Hoofdtekst
Der was ’n lijk op de gemeente. En de buurvrouwe moeste naar de begravinge gaan en ze ging, te voete, en ’t regende wreed.Op de bane gekomen ziet ze achter heur’ne man die de name had dat hij koste toveren. En ze was natuurlijk wreed vervaard. En ze peinsde op entwadde dat ze nog gehoord had. Ze hadden heur ‘ne keer gezeid: "Als ge ’n tovermete of ‘nen toverère tegenkomt, moet ge altijd zeggen "den heiligen maandag, …. Dinsdag…-, allé, de name van den dag van de weke, met "heiligen" dervoren – en toen kunnen ze u geen kwaad meer doen."En ze zag zij diene vent en ze zei: "Heiligen woensdag". En ze had het nog niet geheel gezeid, ze zag hem niet meer. En pertank, der stond daar niets om hem achter te steken!
Onderwerp
SINSAG 0750 - Andere Zauberei.   
Beschrijving
Een vrouw ging bij regenweer te voet naar een begrafenis. Achter zich zag de vrouw plots een tovenaar lopen. Bang herinnerde de vrouw zich dat men in zo'n geval de dag van de week moest zeggen met het woord "heilige" ervoor. De vrouw had nog maar net gezegd: "Heilige woensdag", of ze zag de tovenaar niet meer.
Bron
F. Van Houdenhove, Leuven, 1967
Commentaar
2.2 Tovenaars
west-vlaams (tussen schelde en leie)
455
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Kerkhove