Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

STOP0029_0030_20700

Een sage (mondeling), 1964

Hoofdtekst

’t Wos dor e keer e koemarchand die nor de mart ging. Enne keerde were van de mart, nadatten beesten verkocht hadde. Twee mannen die hem achtervolgden an gezien wuk e somme geld datten ontvangen had. Toen ’t bijkans avond wos, gingten in èn herberge binnen om e glas bier of twee te drinken, vergezeld van zijn hoend. Die twee mannen kwamen dor ook binnen. ’t Wos eigentlik (in feite) e café wor dat Bakelandt ook dikwijls kwam met zijn mannen. Toen hij plots zei tegen zijn hoend, e dogkop, e stieve (zeer) gevaarlijke beeste: "Allez Fideel, spring ze nor de kele!" deed dien hoend dadde. Een van de moordenaars riep toene om hulpe want dien hoend wos hem nor de kele gesproengen. Den anderen moordenare schoot toen nor dien hoend en met zijn dolke gaften (gaf hij) e steke in ’t herte. De koopman werd toen beroofd van zijn geld, dat gedoken wos oender zijn sarroo (stofjas). Z’an hem e klop of twee gegeven en toen zijn geld geroofd.

Onderwerp

SINSAG 1320 - Andere Räubergeschichten.    SINSAG 1320 - Andere Räubergeschichten.   

Beschrijving

Een koeienhandelaar kwam terug van de markt, waar hij enkele dieren had verkocht. Twee mannen hadden hem achtervolgd en hadden gezien welke som geld hij ontvangen had. Toen het bijna avond was, ging de handelaar in een herberg een glas bier drinken, vergezeld door zijn hond. De twee rovers wandelden ook dat café binnen. Op zeker ogenblik sprak de handelaar tot zijn hond: "Vooruit Fideel, spring ze naar de keel!" Daarop sprong de hond één van de rovers naar de keel. De andere rover schoot de hond neer en gaf het dier een dolksteek. De koeienhandelaar werd neergeslagen en van zijn geld beroofd.

Bron

S. Top, Leuven, 1964

Commentaar

4. Historische sagen
west-vlaams (vrijbos)
14G
fabulaat

Naam Locatie in Tekst

Staden    Staden