Hoofdtekst
Op het oud Berger daar kwamen de auwelkes 's avonds altijd 'ne ketel vragen. Die zaten in den Audsberg, en als die kwamen dan hadden ze daar altijd graag wat vlees bij. De boer die werd dat op de langen duur moe, en hij trok 'ne schoenlap onder 'ne schoe uit, en deed dat in de ketel. Maar ene moest dan gaan luisteren wat de auwelkes zegden. En ze hadden gekookt en gestookt en herstookt... Ze begosten te eten, en toen zei een van die mennekes: 'Ik ben oud geworden, ik heb een as van een eikel zien wassen' - dat wou zeggen dat uit een eikel een molenas gewassen was - 'maar ik heb zeleve zo geen fitsigfatsig vlees niet gezien.' Daar was er ene gaan kijken, en toen zegden ze: 'Blaas die daar zijn lamp eens uit', en hij blies hem een oog uit.
Onderwerp
SINSAG 0068 - Erddämonen leihen Haushaltsgerät   
SINSAG 0066 - Die zähe "fikkefak"   
SINSAG 0063 - Die hilfsbereiten Zwerge arbeiten in der Nacht für die Menschen für Nahrungsmittel (Tabak, Geld)   
SINSAG 0065 - Zwerge wollen nicht belauert werden   
Beschrijving
Bij de hoeve van de familie B. kwamen de alvermannetjes uit de Audsberg 's avonds vaak om een kookpot vragen.
De alvermannetjes wilden bij de kookpot ook altijd graag een stukje vlees. Toen de boer dat langzamerhand beu werd, legde hij een keer een oude schoenlap in de kookpot, en hij stuurde zijn knecht er op uit om de alvermannetjes te bespieden. Toen de dwergjes begonnen te eten, sprak één van hen: "Ik ben al zo oud dat ik een eikenboom uit een eikel heb zien groeien, maar nooit in mijn leven heb ik zulk oneetbaar vlees gegeten." De alvermannetjes waren ontstemd en voelden bovendien dat ze bespied werden. Daarop zei één van hen: "Blaas die lamp daar eens uit!" Het volgende ogenblik was de nieuwsgierige knecht een oog kwijt.
De alvermannetjes wilden bij de kookpot ook altijd graag een stukje vlees. Toen de boer dat langzamerhand beu werd, legde hij een keer een oude schoenlap in de kookpot, en hij stuurde zijn knecht er op uit om de alvermannetjes te bespieden. Toen de dwergjes begonnen te eten, sprak één van hen: "Ik ben al zo oud dat ik een eikenboom uit een eikel heb zien groeien, maar nooit in mijn leven heb ik zulk oneetbaar vlees gegeten." De alvermannetjes waren ontstemd en voelden bovendien dat ze bespied werden. Daarop zei één van hen: "Blaas die lamp daar eens uit!" Het volgende ogenblik was de nieuwsgierige knecht een oog kwijt.
Bron
R. Celis, Leuven, 1954
Commentaar
1.2 Aardgeesten
limburgs (bree en omstreken)
Auwelkes blazen bespieder oog uit door het sleutelgat: variant (Opglabbeek-Louwel)
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Audsberg (Opglabbeek)   
Naam Locatie in Tekst
Opglabbeek