Hoofdtekst
Ene van Vreren, die zijne gees(t) kwam terug. Dat was ene landmeter. Hij vroeg bo-ter (= waar hij) de steen moes(t) zetten, hij had altijd contrarie gemeten. Hij liep doa met die reensteen (= grenssteen) op zijne nak: 'bo moet ich hem zette?' vroegter, mè doa dorst niemand antwoorden. Doa kwam eens ene, die was zat: 'loop, loop!...' zeiter, mè dien andere riep maar vots (= voort): 'oùj va-t-y met?' - 'Loop, non de..., gaat hem dragen bo zje hem gehaald he(b)t' zei de zatte. En hij ging en kwam niemee terug.
Onderwerp
SINSAG 0404 - Wo soll ich ihn hinsetzen?
  
Beschrijving
Een gestorven landmeter uit Vreren kwam na zijn dood spoken. Omdat de man het land altijd verkeerd had gemeten, liep hij nu met een grenspaal in zijn handen, terwijl hij riep: "Waar moet ik hem zetten?" Op een dag antwoordde een dronkaard: "Loop maar snel en zet de paal waar je hem gehaald hebt!"
Bron
M. Dreezen, Leuven, 1967
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
limburgs (tongeren en omstreken)
416
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Lauw   
Plaats van Handelen
Vreren