Hoofdtekst
‘k Heb nog gehoord hoe dat dat komt dat Bouckaert zovele macht heeft: hij had hem in den tijd ‘nen ouden bijbel, één van die bijbels die daar verboden was van het geestelijke hé. En hij werkte vele volgens den ouden tijd uit die bijbels. En ’t schijnt dat dat daar allemale in stond, maar ’t was wreed moeilijk om lezen, ’t was niet in ’t Vlaams zulle!En ’t schijnt dat ze nog naar zijn huis geweest zijn en dat hij den bijbel moeste afgeven. Maar hij heeft hem niet willen geven! Ja, dat bestaat zulle, zo van die ouderwetse bijbels alzo.De pasters hebben dat niet geerne, ge moogt dat niet lezen hé. Maar hij wilde ’t niet afgeven of anders ging hij niets meer kunnen.
Beschrijving
Een man die over bijzondere krachten beschikte, bezat een oude bijbel die door de geestelijkheid was verboden. Omdat dergelijke bijbels niet in het Nederlands waren geschreven, was het heel moeilijk erin te lezen. De pastoors hebben geprobeerd de bijbel van die man af te nemen, maar de man liet dat niet toe.
Bron
F. Van Houdenhove, Leuven, 1967
Commentaar
2.3 Toverboeken
west-vlaams (tussen schelde en leie)
475
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Anzegem