Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

RJAGE0167_0167_5412 - Duivel: menselijke gedaante

Een sage (mondeling), 1965

Hoofdtekst

In Piringen koem do altaid ene woagen met zes pjèd (paarden) veurbai gereden. In de doag was hij nooit te zien want dè man koem allein mer 's oaves out. As men de man woa in de koets zoet iet vroeg dan zaag hij altaid: 'De naach is veur mich.' Dobauten zaag hij niks. Iederein zaag dat het de duuvel was.

Onderwerp

SINSAG 0931 - Die Teufelskutsche.    SINSAG 0931 - Die Teufelskutsche.   

Beschrijving

In Piringen reed 's avonds altijd een vreemde man rond in een koets met zes paarden. Wanneer men de man iets vroeg, antwoordde hij: "De nacht is voor mij". Men geloofde dat die man de duivel was.

Bron

R. Jageneau, Leuven, 1965

Commentaar

3.1 Duivels
limburgs (borgloon)
532
fabulaat

Naam Locatie in Tekst

Jesseren    Jesseren   

Plaats van Handelen

Piringen    Piringen