Hoofdtekst
M’n voader was ’n schoolmeester. ’t Kwam ’n kir iemand, die zei met en groaten moend: "’k Geloven do nieks van, van die spokerie”. De paster stoend dor ook bie. "Moest da nie bestoan”, zei de paster, "worom zoedt dat in de catechismus stoan”? Je kent die vrage wel: "Mag men waarzeggers en tovernaars te rade goan? Geenszins…”
Beschrijving
Een jongen zei in het bijzijn van een schoolmeester en een pastoor dat hij niet geloofde in spokerij. Daarop sprak de pastoor tot het kind: "Waarom zou dat niet bestaan? In de catechismus staat toch: 'Mag men bij waarzeggers en tovenaars te rade gaan? Geenszins'".
Bron
C. Dewaele, Leuven, 1967
Commentaar
2.2 Tovenaars
west-vlaams (oostkust)
512
Vader van de informant
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Westkapelle