Hoofdtekst
Het kind van mijn broer deed niets als schreeuwen (schreien) en Fons zei tegen mijn moeder – want zijn vrouw was dood – dat ze er moest mee naar Dendermonde gaan. Ze deed het en de pater zei tegen haar: "Sè vrouwke, nu moet ge niet verschieten hé, maar om 12 u. van de nacht zult ge een slag horen en het kind zal veranderen." En 's nachts om 12 u. was er zo'n slag dat ze ervan wakker werden. Ze meenden dat het ruitje in gruizelen viel. En het kind is gaan omleggen en het is groot geworden.
Beschrijving
Een kind dat de hele tijd huilde, werd naar de paters van Dendermonde gebracht. Een geestelijke sprak tot de mensen: "Jullie moeten niet schrikken, maar om middernacht zullen jullie een slag horen en dan zal het kind veranderen". Om twaalf uur hoorde men inderdaad een luide slag, waardoor iedereen wakker werd. Men geloofde dat er een ruit aan diggelen was geslagen. Op dat moment kwam er verbetering in de gezondheidstoestand van het kind. Het kind is gezond opgegroeid.
Bron
L. Smets, Leuven, 1963
Commentaar
2.2 Tovenaars
antwerps (rupelstreek en omgeving)
365
Kind van de broer van de informant
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Dendermonde (paters van)   
paters van Dendermonde   
Naam Locatie in Tekst
Boom   
Plaats van Handelen
Dendermonde