Hoofdtekst
Op d’hofstee van Lanotes, ze kregen daar geen butter en z’hadden ook ossan van alles en ze riepen de paster van Haringe, hij hadde zulke moeite om op ’t hof te raken, hij kwam olsan in een zweet en dat ’n bijkans niet op ’t hof en rochte, en al ossan brevieren en lezen, hij rochte er. Hij heeft gelezen en zijn gebeden gedaan daarvoren die daarvoor toegepast waren, overtijd z’hadden daar een speciale macht voor.
Beschrijving
Een boer die geen boter meer kon maken, liet de pastoor komen. De geestelijke had de grootste moeite om op de boerderij te geraken en hij zweette hevig tijdens het lezen van zijn brevier.
Bron
A.-M. Devynck, Leuven, 1965
Commentaar
2.1 Heksen
west-vlaams (franse grens)
437
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Haringe