Hoofdtekst
Me voader è nog verteld, dan der azo katten tusschen je been liepen mè lange stèèrten, die assan in j’n oanzichte sloegen, u je deuregoenk no ’t steedje (stadje), ’s avends ee.
Beschrijving
Als men 's avonds door het stadje ging, werd men omringd door katten met lange staarten. De dieren liepen voorbijgangers voor de voeten.
Bron
M.-R. Nijsters, Leuven, 1969
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
west-vlaams (nw van houtland)
37.7
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Gistel