Hoofdtekst
Emmer waterDe gendarmerie ken je hier, hé? In ’t gebaa [gebouw] woonde d’r in tijd ne missionaris. En da was zogezeid nen doktoor die bij eirme meeschken ging, voor heer kinneren ne keer na te zien. En d’r was daar een vra-ken die een klein kindj had. En de missionaris komt binnen en hij zegt: “Awel, hoe is ’t hier?”… “Bah man…” Ma in dienen tijd hé, deden ze de kinneren in nen boenjel [bundel], dat zijn azo doeken met nen dweil en die deden dat daar zo helemaal rond: da kindj zat daar helegans [helemaal] in, da ge da zo kost recht zetten, hé. “Wat is ’t er dan?” “Ik k’en kan d’r nie aan doen, ma da kindj is precies ziek.” Da zei die moeder. “Awel kom, laat mij ne keer zien.” Ze doet de doeken los. “Ah ja, dat heeft van ’t kwaad”, zeidt de missionaris. “Ah ja, ge ziet da toch”, zeidt ze: “’t Is ’t vel over de benen.” “Haal ne keer nen aker [emmer] water”, zeidt hem. En z’ haalt nen aker water. “Kijkt d’r nu ne keer in”, zeidt hij: “En daar ga je zien wie dat er met ’t kwaad omgaat.” Daar ga je den duvel zogezeid zien, dienen die dat da kindj da aandoet. En ze kijkt. “Ma ‘k en zien ekik nie”, zeidt ze: “’k zien alleen mezelven.” “’t Zijde gij [jij bent het]”, zeidt de missionaris: “Ziet ne keer hoe vuil dat da kindj hier ligt: nie verzorgd,… ’t Is daarmee dat da kindj helegans in dienen boenjel zat hé. Ze was zij kwaad want z’ heeft da zelf verteld hé. “Wetje wa da ge doet?” zeidt hem: “Doet al dienen bicht [rommel] hier weg. Geeft da kindj anderen doeken.” Ma dan hadden ze nog geen pisdoeken als nu hé, da waren stukken van lakens. En da was een eirm sloorken. Da moet zo’n 92 jaar geleên zijn. Da was genen properen tijd als nu, hé.
Beschrijving
In Aalst woonde een missionaris die arme zieke mensen ging opzoeken. Op een dag kwam de missionaris bij een vrouw wiens kindje ziek was. De vrouw geloofde dat het kind door de kwade hand was geraakt omdat het heel mager was. Ze had het kind helemaal in vuile doeken gewikkeld, zodat men het bijna rechtop kon zetten. De missionaris sprak tot de vrouw: "Haal eens een emmer water en kijk erin. Dan zal je zien wie voor het kwaad verantwoordelijk is". De vrouw deed wat haar gevraagd werd en zei: "Ik zie niets. Ik zie alleen mezelf", waarop de missionaris reageerde: "Jij bent de oorzaak van de problemen. Kijk eens hoe vuil en onverzorgd dat kindje hier ligt. Doe al die rommel hier weg en haal andere doeken voor het kind!"
Bron
F. Van Impe, Leuven, 2002
Commentaar
2.1 Heksen
oost-vlaams (aalst en omgeving)
58
1910
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Aalst   
Plaats van Handelen
Aalst