Hoofdtekst
Pa ze broer, Nonke Nol, dat was ne zoeplap, die had gen ze e wieperke. Dat weet ge wel dat dat is hé e wieperke, dat is 'n drupke. Die heeft er zeleve wat door gedronken zelle. En hij ging is naar Boeget en onderwegen stond daar zo ne ronde ring van den heksendans en daar stond 'n café kort bij ooch. Hij ging daar binnen en dat waren daar allemaal schoon floeren stoelen en alles zo fijn mogelijk. Ja, hij zet zich daar daal en hij kos nie uitgekeken komen. 'Godshemelsgenade' zegt hij en daarmee was al eweg en hij zat daar te kijken met ne poest in zijn handen.
Onderwerp
SINSAG 0503 - Die gestörte Hexenversammlung (Tanz, Mahlzeit).
  
Beschrijving
Nol was een man die graag een borrel dronk. Toen Nol ergens naartoe ging, zag hij een heksenkring met daarnaast een café met mooie fluwelen stoeltjes. De man ging binnen in het café en zei: "Godshemelsgenade!" Het volgende ogenblik was het café verdwenen en zat de man met een boomstronk in zijn hand.
Bron
I. Kenens, Leuven, 1957
Commentaar
2.1 Heksen
limburgs (noord-west)
112
Oom van de informant
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Nol   
Naam Locatie in Tekst
Kleine-Brogel