Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

CVERH0006_0007_45461

Een sage (mondeling), 1982

Hoofdtekst

1.E En zo waren ze nog eens gaan buurten naar de Biezen en er was er altijd ene bij die hen bang wou maken. Maar dat wisten ze dat hij hen bang wilde maken. En hij kroop in een boom en hij had een wit laken om, hé. En toen een andere van hun compagnie, die had ook een laken genomen en was onder de boom gaan staan, en hij zat er dan boven in. Zij kwamen dan terug en toen riepen ze: "Oh, ginder een spook, boven in de boom!" En ze begonnen te lopen. "Oh, en daaronder staat er ook al één! Dat zijn er twee!" "Och", zei die van boven in de boom, "wacht maar, ik ben het maar", (gelach) Die was toen bang van dat spook onder hem.X Och toch.1. Ja, zulke toeren haalden ze vroeger allemaal uit.X Om elkaar bang te maken.1. Ja, dat was maar bangmakerij, hoor.2. Ja, vroeger was het overal donker op de straten, hé, en dangeen goede wegen. Ze moesten altijd achter de kant doorgaanen over de velden gaan.1. Over zo een klein padje, achter een grote kant. Er stondenveel bomen, hé.

Beschrijving

Enkele mannen gingen naar de Biezen. Eén van hen had zich met een laken over het hoofd als spook verkleed en was boven in een boom gekropen. Een andere had zich ook verkleed en stond onder aan de boom. Toen de mannen terugkwamen van de Biezen, riep één van hen: "Oh, kijk daar, een spook boven in de boom!", waarop een andere zei: "Ja, en daar beneden nog één!" De grapjas die boven in de boom zat, was plots heel bang omdat er blijkbaar nog een tweede spook was.

Bron

C. Verheyen, Leuven, 1982

Commentaar

1.4 Luchtgeesten
antwerps (arendonk)
1E
fabulaat

Naam Locatie in Tekst

Arendonk    Arendonk   

Plaats van Handelen

Biezen    Biezen