Hoofdtekst
‘k En ik e keer horen zeggen van mijn vader dat er dor e vint wos die e soorte charlatan wos. En otten hier up de streke kwam enne ging nor mijn vaders oeders om te slapen. ’t Wos avond en ze gingen nor e kleen doeningschge. ’t Zat dor lik èn henne up de balie en mijn vader wulde met zijn stokschge lik die henne ofslon en die vint zei: "Je meugt dat niet doen want dat is geen henne." Mijn vader keek omme omdatten hij zei dat dat geen henne wos. En hoe vodder dat me wieder gingen hoe grodder (groter) dat ze kwam.
Onderwerp
SINSAG 0361 - Spuktier, das immer grösser wird, erschreckt Mann.
  
Beschrijving
Een kwakzalver kwam bij een echtpaar onderdak vragen. De man bracht de vreemdeling naar een schuurtje waar een hen op een balk zat. Toen de man met zijn stok naar de hen wilde slaan, zei de vreemdeling: "Je mag dat niet doen, want dat is geen hen". Even later keek de man achterom en zag dat de hen alsmaar groter en groter werd.
Bron
S. Top, Leuven, 1964
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
west-vlaams (vrijbos)
74E
Grootouders van de informant
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Woumen