Hoofdtekst
De knechten van de boerderie hadden dikwils boeken. De nie-geleerde stichtten kwoad met die boeken zonder dat ze ’t wisten en z’hielpen zelfs om de schuldigen of d’oorzaak van da kwoad ip te zoeken. De geleerde knechten wisten da wel dat ze kwoad deden en leerden dat ol in de boeken, tovenaarsboeken.
Beschrijving
Knechten van boerderijen bezaten vaak toverboeken. Knechten die niet onderlegd waren in de materie, deden ongewild en zelfs onbewust kwaad met die boeken. Die knechten hielpen daarna te goeder trouw zoeken naar de persoon die verantwoordelijk was voor het kwaad. De knechten die de toverkunst wel beheersten, wisten wel dat ze kwaad deden met die boeken.
Bron
C. Dewaele, Leuven, 1967
Commentaar
2.3 Toverboeken
west-vlaams (oostkust)
439
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Houtave