Hoofdtekst
Do was eens e kindje van de kooi hand geroakt. Het loog in bed en hoa felle koppain. Opeens ontdekte de moeder dat het kind behekst was. Telkens als het zijn kopke op het pluimenkussenke legde begos he kind te wenen van de pain. Mai dat zal wel, alle pluimen koemen samen in ene dikke bol. Dit doog felle pain oan het kind. Het koem allemoal deur de heks.
Onderwerp
SINSAG 0580 - Andere Hexenkünste   
Beschrijving
Een kindje dat met zware hoofdpijn in bed lag, was door de kwade hand geraakt. Telkens wanneer het kind zijn hoofd op het kussen legde, begon het te huilen van de pijn. De moeder ontdekte dat de veren in het kussen een dikke prop vormden. Het kind was behekst.
Bron
R. Jageneau, Leuven, 1965
Commentaar
2.1 Heksen
limburgs (borgloon)
361
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Gotem