Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

PSMET0286_0286_42648

Een sage (mondeling), 1965

Hoofdtekst

Vader beleest zoon tegen brandpijn.'k Had mij is oep ne kier hiel erg verbrand deur mijn eige stoemmiteit. 'k Was 's aves naft in den otto on 't giete last nen trechter, mor ik klaste wa oep mijn arme en oep mijn scheurt. Mor d'ronder stond na een petrollamp – 't was 's aves hé – en die naft die liep oek oep die lamp en natuurlijk schoot die vlam oemhoeg. Van 't verschiete klaste kik nog wa mier en iniens stond ik hielemaal in brand. 'k Goeide mijn eige oep de grond en rolde mor, mor 't hielp nie veul. 't Had just geregend en dan zènnek d'rna in de kuip gesproenge waar water in stond en zoe was 't geblust. 'k Had natuurlijk veul pijn, want 'k zag er hiel lielijk uit. Mij vader die slopten al en 'k mokten em wakker. Die zee dan: "Kom joenge, 'k zal a is beleze, dan is de pijn direkt weg." En hij beleesde mij en 'k zèn gon slapen en 'k vulde gien pijn mier, alhoewel da'k vol blare stond en 'k het vel er zoe kost van aftrekke.

Beschrijving

Een jongen was 's avonds met een trechter benzine in de auto aan het gieten. De jongen morste op zijn schort en op zijn armen en er viel ook wat benzine op de petroleumlamp die op de grond stond. De vlam van de petroleumlamp werd plots heel groot, waardoor de jongen schrok en nog wat meer morste. Hij stond helemaal in brand en rolde op de grond, maar dat hielp nauwelijks. De jongen sprong snel in een kuip met regenwater. HIj had veel pijn en de brandwonden zagen er lelijk uit. De jongen ging zijn vader wakker maken, die zei: "Kom jongen, ik zal je eens overlezen en dan is de pijn meteen weg". Even later kon de jongen zonder pijn gaan slapen, hoewel zijn huid vol blaren stond.

Bron

P. Smets, Leuven, 1965

Commentaar

2.2 Tovenaars
antwerps (tss. antw. agglomeratie en rupelstreek)
363
memoraat

Naam Locatie in Tekst

Boechout    Boechout