Hoofdtekst
Daar waren mensen, en daar konden ze niet vanaf gaan: de weerwolf bestond hè, haha, ik weet niet hoe het was. En toen zat hij in de haag en ze hadden die haag uitgeklopt en daar zat niks in en 't laatste kwam hij toch eruit en zo zegden ze van alles hè. Allemaal bijgeloof, geloof ik.
Beschrijving
Een weerwolf had zich verscholen in een haag. Toen enkele mannen tegen de haag begonnen te kloppen, moest de weerwolf wel tevoorschijn komen.
Bron
W. Achten, Leuven, 1971
Commentaar
1.6 Weerwolven
midden-limburgs
a
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Zutendaal