Hoofdtekst
‘k En nog mijn vader horen vertellen up Langewâhoekschge wos er èn herberge en e boerderij en ’t wos dor olle zundage bal. En de paster van Merkem had dor e keer geweest en je zei dat de koeien gingen an mekor hangen met ulder steerten. En ’t gaat kommen, zeiten, dat oj niet up en hoedt van dansen, dat de koeien ulder steerten gon upgeten zijn van de ratten. En ’t e gebeurd ook. ’t E vierkante (helemaal) ten oendern gegon. Mor o de geestelijken dor e keer begunnen oender zitten, ’t gaat wè.
Onderwerp
SINSAG 0750 - Andere Zauberei.   
Beschrijving
Op 'Langewahoekschge' was een boerderij en een herberg waar iedere zondag werd gedanst. Toen de pastoor van Merkem daar een keer vertoefde, voorspelde hij dat de koeien van de boerderij met hun staarten aan elkaar zouden hangen. De geestelijke zei ook: "Als jullie niet ophouden met dansen, dan zal het ooit zover komen dat de staarten van de koeien worden opgegeten door ratten". De voorspelling van de pastoor is uitgekomen. De boerderij is volledig tenonder gegaan.
Bron
S. Top, Leuven, 1964
Commentaar
2.2 Tovenaars
west-vlaams (vrijbos)
220E
Vader van de informant
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Langewahoekschge   
Naam Locatie in Tekst
Bikschote   
Plaats van Handelen
Merkem