Hoofdtekst
Ik heb zelve nog een doodkeerse gezien. Nevens me goeng (ging) ze, en hoe zeerder (vlugger) dat ‘k ging hoe zeerder dat ze ging en as ‘k aan ’t hof kwamen, ze was in één slag weg. ‘k Heb dat gezien voor m’n eigen ogen, en ‘k waren ton in de fleur van m’n leven, ‘k gaan ’t nooit vergeten!
Beschrijving
Een man zag een doodkeers naast zich. Hoe sneller de man stapte, hoe sneller ook de doodkeers zich voortbewoog. Toen de man thuiskwam, was de doodkeers plots verdwenen.
Bron
J. Aspeslagh, Leuven, 1958
Commentaar
1.3 Vuurgeesten
west-vlaams (kamerlingsambacht)
49
memoraat
Naam Locatie in Tekst
Leffinge