Hoofdtekst
De helse jach, dat he(ef)t mam (= moeder) dek (= dikwijls) verteld, dat begon op de hooistal, de hoorde muziek, mè aste (= als ge) ging kieke zagste niks. Dan ging dat lopen, mè dat teregde tich nog de heel nacht, voor tich wakker te houden in e steegske met ene hoge gracht. En dat duurde tot 's moreges, maar op 't eind(e) was doa gee(n) muziek mee te horen; mè dan belde 't nog 'ting, ting, ting, ...' en dan was alles weg. Dan hadden ze doa op 't hooi gezeten. Dat waren minse wa vroeger nie goed geleef(d) hadden, en wa op dat goed gezeten hadden en dan kwamen ze 's nach(t)s terug. Maar dat deed leed (= lelijk) door de straat.
Onderwerp
SINSAG 0232 - Die Wilde Jagd übernachtet in einem Bauernhof
  
Beschrijving
Wanneer de helse jacht op de hooizolder zat, hoorde men de hele nacht muziek. Wanneer men ging kijken, was er echter niets te zien. Het waren overleden mensen die moesten komen spoken omdat ze niet goed hadden geleefd.
Bron
M. Dreezen, Leuven, 1967
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
limburgs (tongeren en omstreken)
195
Moeder van de informant
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Membruggen