Hoofdtekst
In de familie Jolling hier in Schoonbeek waren veel kinder geweest en ze hadden maar een overgehouden. Dat was Tien van Wels geweest. Als zij binnen geweest was stierf dat kind en daarna hadden ze een kruiske van stro gemaakt en onder den dorpel gelegd. Ze hadden dat in het wijwater gestoken en toen koem ze rijst vragen voor soep te koken en de man deed haar binnenkomen, maar ze kos niet binnen. Zij moesten het haar over de deur langen (geven).
Beschrijving
Bij de familie J. in Schoonbeek waren haast alle kinderen gestorven nadat ze door Tien V.W. waren behekst. Toen men twee gewijde strohalmen gekruist onder de dorpel had gelegd, kon de heks niet meer binnen.
Bron
W. Jackers, Leuven, 1958
Commentaar
2.1 Heksen
limburgs (bilzen)
426
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Tien V.W.   
Naam Locatie in Tekst
Beverst   
Plaats van Handelen
Schoonbeek