Hoofdtekst
Van de Mare bereen zijn dat is gelijk een stilstand van ’t bloed. De mensen zien een persoon die gekend is als een heks, die hun de keel toeduwt. Ze kunnen niet roepen, niet bewegen njè (nietwaar). Van de Mare bereen zijn! Mijn oudste broere heeft dat nog gehad en ’t was Miete Prets die z’n kele toeneep. Ze was zij gekend als een heks en z’had de naam van kwa hand te leggen op een kind.
Onderwerp
SINSAG 0291 - Mensch von Mahr beritten   
Beschrijving
Wie door de maar werd bereden, had het gevoel dat zijn keel werd dichtgeknepen door een persoon, vaak iemand die men kende en die van hekserij verdacht werd. Men kon dan niet bewegen of roepen. In werkelijkheid was de maar een stilstand van het bloed.
Bron
J. Aspeslagh, Leuven, 1958
Commentaar
1.5 Plaaggeesten
west-vlaams (kamerlingsambacht)
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Westende