Hoofdtekst
Janneke van Geleen die liet ze rieken aan een fleske en dan begosten ze alles te doen wat niet en docht. Die hadden ze opgehangen aan de galling. Die hebben van alles aangevangen, die bokkerijers. Maar 't leste had het zelf de strop om. En het zei: 'Trek maar op, om twaalf uren ben ik nog bij Lucifer op de middag.' Het heeft zich niet willen bekeren.
Onderwerp
SINSAG 1320 - Andere Räubergeschichten.   
Beschrijving
Janneke van G., een bokkerijder, liet zijn slachtoffers ruiken aan een vloeistof in een flesje, vooraleer hen te beroven. Janneke werd opgepakt en opgehangen. Toen hij aan de galg stond, weigerde Janneke zich te bekeren, en hij sprak: "Hang me maar op, dan ben ik tegen de middag nog bij Lucifer."
Bron
R. Celis, Leuven, 1954
Commentaar
3.2 Vrijmetselaars
limburgs (bree en omstreken)
fabulaat
Janneke V.G. was de zoon van Nolleke V.G.
Naam Overig in Tekst
Janneke van G.   
Naam Locatie in Tekst
Gruitrode