Hoofdtekst
Dat wos Babbe Sparre die hem weggestoken hadde. Je dei niet anders of toeren uutsteken. Ol de boeredomestieken, dat woren zijn handlangers. ’t Wos hier nog een van de lutenants van de streke. Dat wos e bende van e stik of zesse. Dat woren e bende deugnieten die niet anders dein dan de menschen angon. Dat ee lange gedeurd tegen dat dat uutkaam. Dat’k wete, ééten niet vele moorden gedon mor n’ee vele gestolen en doen stelen. Z’één niet onthoofd. ‘k Gelove dat niet. Otten hij nu vermoord geweest is van dikken Ghekiere, ‘k wete dat ook niet.
Onderwerp
SINSAG 1320 - Andere Räubergeschichten.   
Beschrijving
De bende van Bakelandt bestond uit zo'n zes rovers. Veel knechten die op boerderijen werkten, waren handlangers van Bakelandt. De bende van Bakelandt heeft veel moorden en diefstallen gepleegd. De rovers werden niet onthoofd.
Een vrouw had Bakelandt verborgen gehouden voor de politie.
Een vrouw had Bakelandt verborgen gehouden voor de politie.
Bron
S. Top, Leuven, 1964
Commentaar
4. Historische sagen
west-vlaams (vrijbos)
194C
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Babbe Sparre
Barbara Sparre
Barbara Sparre
Bakelandt (bende van)   
bende van Bakelandt   
Naam Locatie in Tekst
Hooglede