Hoofdtekst
Toverheks hindert geestelijke in zijn macht. In Nazareth was er een hof waardat het op n en nacht begost te spoken, er was daar van alles gebeurd, de koeien stonden met drieën naast mekaar over de halve deur te beurelen, en dat vrouwmens trok naar de paster, maar langs de weg kwam er daar een oud vrouwke achter haar gegaan. “En wat gaat gij nu nog gaan doen langs de baan ?” vroeg ze aan dat vrouwmens en zij vertelde haar alles dat ze naar de paster ging, omdat haar hof betoverd was. Zij kwam bij de paster, maar hij zei dat hij daar nu niets kost aan doen, want dat zij alles verteld had langs de weg aan een oud vrouwke en dat ze maar later moest weerkomen en niet meer klappen als ze dat meetje were zag. 's Anderendaags trok ze were naar de paster, en ze zag toch wel were dat meetje, maar hoe dat ze klapte of vroeg, zij antwoordde niet meer en zij is bij de paster gegaan en hij heeft haar dan kunnen helpen en sedertdien is dat gedaan geweest, bah ja, ik weet daar nog goed van, dat was dan Stevenie V.D. die naar de paster ging daarvoor.
Beschrijving
Op een boerderij in Nazareth begon het op een nacht te spoken. De koeien stonden met drie naast elkaar bij de halve deur. Toen de boerin naar de pastoor ging, werd ze gevolgd door een oude vrouw die vroeg waar ze naartoe ging. De boerin deed het hele verhaal en zette vervolgens haar weg voort. De pastoor beweerde dat hij de boerin niet kon helpen omdat ze alles al aan een vrouw langs de weg had verteld. De boerin moest de volgende dag terugkomen en deze keer mocht ze niet spreken met het vrouwtje langs de weg.
Bron
S. Bohez, Leuven, 1956
Commentaar
2.1 Heksen
oost-vlaams (tussen leie en schelde)
282
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Heurne   
Plaats van Handelen
Nazareth