Hoofdtekst
Gories Mie was aan ’t stuiken en ze zei: “Toe jongens, laten we ons haasten, ik de mijnen en elk de zijnen”, en op een minuut was heel de partij gestuikt.
Beschrijving
Een vrouw die graan in schoven aan het binden was, zei: “Ik de mijne en elk de zijne”. Een minuut later was al het graan op het veld in schoven gebonden.
Bron
L. D'haeze, Leuven, 1975
Commentaar
2.2 Tovenaars
oost-vlaams (zuiden)
9A'
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Mater