Hoofdtekst
Omme wilder (als wij) in Eentveld woondigen was da daar een dievestreke. Die dieven verzameldigen achter onzent in een klein huizeken. En in dien tijd wierd er geklapt (gesproken) van een zwijntje dat drijfdige. Zo die dieven zaten dare; Koeden Carette, Rosten Ardeel, Rosten Vêevate en Jul Martlé en ze waren aan ’t beraadslagen waar danze eldren slag zoen slaan. Da waren keunedieven en wilde mannen. En ze kwamen zeggen dat da zwijntje daar were ware… en azoon dieven z’en dierven naar huis nie gaan.
Onderwerp
SINSAG 0333 - Spuktier erschreckt Wanderer (und begleitet ihn).   
Beschrijving
In Eentveld vertoefden vroeger veel konijnendieven. Toen die dieven op een dag aan het beraadslagen waren, zagen ze het spookvarkentje van Eentveld lopen. De dieven werden daardoor zo bang dat ze niet meer naar huis durfden te gaan.
Bron
O. Mattheeuws, Leuven, s.d.
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
west-vlaams (grens oost- en zeeuws-vlaanderen)
181
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Sint-Joris-ten-Distel   
Plaats van Handelen
Eentveld