Hoofdtekst
‘k ha een zustre… ons Amelie woondige in den verbranden bos. En haar jongentje Jef was enigste maanden oud. En ’t komt er een wijveken rond mee toespellen (veiligheidsspelden) en alle soorten van bucht (brol). Ze zegt: "Wel wijveken, gij het een schoon streus (flink) kindjen, azo een schoon jongentjen." En ze paktige zijn handjen. En ‘t ’s andrendaags lag da kind te schremen (wenen) en dander dotsen (hoopjes) luizen opzaten. En z’had een zustre die zei: "Amelie, u kind is betoverd, ga naar de paters." En de paters stonden d’erover te lezen. "Oh, zoe kik dat aangedaan zijn?" "Jaag, maar ‘k en gaat under nie zeggen maar g’en moogt dat allemale nie meer ontvangen." En osse thuis kwam ’t en ha geen luizen nie meer. De paters kosten ook watte. Da was van ons Amelie en onze Jef en dat is echt gebeurd.
Onderwerp
SINSAG 0582 - Hexe schickt Läuse, Flühe, Mäuse.
  
Beschrijving
Een moeder had een kindje dat nog maar enkele maanden oud was. Op een dag kreeg de moeder bezoek van een leurster, die het kind een hand gaf en zei: "Jij hebt een mooi kindje!" De volgende dag huilde het kind omdat het helemaal vol luizen zat. De moeder ging het kindje laten overlezen door de paters. Toen de moeder thuiskwam, had het kindje geen luizen meer.
Bron
O. Mattheeuws, Leuven, s.d.
Commentaar
2.1 Heksen
west-vlaams (grens oost- en zeeuws-vlaanderen)
311
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Adegem