Hoofdtekst
Onderwerp
SINSAG 0291 - Mensch von Mahr beritten   
Beschrijving
Mensen die door de maal werden bereden, zagen 's nachts in hun droom een bliksemschicht waarin ze een persoon zagen verschijnen. Vervolgens voelde men de handen van die persoon op de keel, zodat het moeilijk werd om te ademen. Wie door de maal was bereden, was dan ook doodmoe.
Een vrouw die door de maar werd bereden, zag een vogel met lange poten. De vrouw probeerde de vogel te achtervolgen, maar het leek wel alsof ze zware gewichten aan haar benen had.
Soms durfde de vrouw niet te gaan slapen, omdat ze gekraak op de trap hoorde en het gevoel had dat er iemand in huis was. Wanneer de vrouw in haar bed lag, hoorde ze soms enkele keren op de rolluiken kloppen. De vrouw wilde dan opstaan en het licht aansteken, maar ze kon niet bewegen. De vrouw wilde roepen, maar er kwam geen geluid.
Toen de vrouw aan de dokter vertelde wat er met haar aan de hand was, kreeg ze de raad om naar de paters van Affligem te gaan. De vrouw ging niet naar Affligem, maar ze ging bij een andere man te rade. Die man zei dat de vrouw een platte wilgen- of elzentak in de vorm van een sikkel moest zoeken en onder haar hoofdkussen leggen. Zo'n tak was namelijk ook door de maar bereden. Toen de vrouw die tak onder haar hoofdkussen had gelegd, had ze geen last meer van de maar.
Een vrouw die door de maar werd bereden, zag een vogel met lange poten. De vrouw probeerde de vogel te achtervolgen, maar het leek wel alsof ze zware gewichten aan haar benen had.
Soms durfde de vrouw niet te gaan slapen, omdat ze gekraak op de trap hoorde en het gevoel had dat er iemand in huis was. Wanneer de vrouw in haar bed lag, hoorde ze soms enkele keren op de rolluiken kloppen. De vrouw wilde dan opstaan en het licht aansteken, maar ze kon niet bewegen. De vrouw wilde roepen, maar er kwam geen geluid.
Toen de vrouw aan de dokter vertelde wat er met haar aan de hand was, kreeg ze de raad om naar de paters van Affligem te gaan. De vrouw ging niet naar Affligem, maar ze ging bij een andere man te rade. Die man zei dat de vrouw een platte wilgen- of elzentak in de vorm van een sikkel moest zoeken en onder haar hoofdkussen leggen. Zo'n tak was namelijk ook door de maar bereden. Toen de vrouw die tak onder haar hoofdkussen had gelegd, had ze geen last meer van de maar.
Bron
M. De Groot, Leuven, 1967
Commentaar
1.5 Plaaggeesten
oost-vlaams (grens met brabant)
181
memoraat
Naam Overig in Tekst
paters van Affligem   
Affligem (paters van)   
Naam Locatie in Tekst
Meerbeke   
Plaats van Handelen
Affligem