Hoofdtekst
Up de Motehoek was er daar ’n weugelke, en de mensen passeerden daar nogal vele – nu zijn ’t ollemale grote banen, niè – en ze zagen daar olsan ’n katje ’s navens, dat tussen hulder benen liep, en wok een klein luchtje dat olsan up dezelfde plekke pinkelde. En ne keer hèn ze daar ne sukereipit gemaakt en z’hèn daar ne pot met goudegeld gevonden, en ton wos da katje en da luchtje weg.19642
Onderwerp
SINSAG 0333 - Spuktier erschreckt Wanderer (und begleitet ihn).   
SINSAG 0183 - Schatzfeuer zeigt die Stelle, wo der Schatz ruht.
  
Beschrijving
Op een weggetje bij de Motehoek zagen de mensen 's avonds altijd een katje tussen hun benen door lopen. Er was ook een flikkerend lichtje te zien. Toen men daar op een dag een suikerijput had gemaakt, vond men er een pot met geld. Sindsdien heeft men het katje en het lichtje niet meer gezien.
Bron
M. Reynaert, Leuven, 1965
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
west-vlaams (ieper)
103
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Passendale   
Plaats van Handelen
Motehoek (Passendale)