KABRA0346_0347_14835

L.V.: En toen kwam de kaarteridder.X: Ja.L.V.: En de kaarteridder had zijn ziel verkocht aan de duivel.X: Ja.L.V.: En toen was dat voor twintig jaar, geloof ik.X: Ja.L.V.: Dat hij die ziel verkocht had aan de duivel. Die wist geen uitweg meer, de kaarteridder. En daarom had hij zijn ziel verkocht aan de duivel.X: Ja. Dat weet ik. Dat hebt ge verteld.L.V. : En dan toen die tijd om was, toen moest hij daar komen ...X Ja.L.V. : ... daar aan ... ook bij die kapel van Heppeneert.X : Ah, van Heppeneert.L.V. : Ja. Dat was de kapel van Heppeneert hé.X : Ah, en dat was toen dat dat beeld daar al binnengezet was.L.V. : Toen was dat beeld daar binnen.X : Ja.L.V. : En toen was daar die man die zijn ziel verkocht had aan de duivel, die was daar ook. En die had daar al een half uur gestaan.X: Ja.L.V. : Toen die tijd om was dat hij zijn ziel verkocht had aan de duivel hé.X : Ah ja.L.V. : Maar hij had, zolang als hij zijn ziel verkocht had aan de duivel, alle zaterdagen een kaars laten branden en drie weesgegroeten gebid (gebeden) in die kapel.X : Ja.L.V.: Voor Onze-Lieve-Vrouw. En toen de kaarteridder zijn tijd om was, was, was hij daar te paard naartoe gegaan, op die plaats waardat de duivel zou komen.X : Ja.L.V. : Toen had hij daar een half uur gestaan. En toen zegde hij zo: "Hoe is het? Moet ik hier nog lang wachten? Als ik hier nog lang moet wachten, dan ga ik waarvan dat ik gekomen ben!", zei hij. En toen antwoordde de duivel; "Als ge die vrouw achter van uw paard afdoet, dan kom ik. Maar als ge die vrouw van uw paard niet afdoet, dan kan ik niet komen." "Ja", zei de kaarteridder, "ik doe ze er niet af, want ik zie ze niet.", zei hij. "Ik zie niets!", zei hij. Toen heeft zich de kaarteridder weer gedraaid en zijn paard aan de boom vastgebonden, is hij toch terug de kapel ingegaan. En daar heeft hij Onze-Lieve-Vrouw op zijn twee blote knieën bedankt.X : Allé nu.L.V.: Maar het geld dat hij had, dat waren nog bladeren. Dat waren nog bladeren van de bomen.X: Allé nu. In zijn zak?L.V.: Ja.

SINSAG 0863 - Der Teufelsvertrag zurückgegeben.    SINSAG 0863 - Der Teufelsvertrag zurückgegeben.   

SINSAG 0907 - Teufelsgeld.    SINSAG 0907 - Teufelsgeld.   

De kaartridder van Heppeneert had zijn ziel voor twintig jaar aan de duivel verkocht. Toen die twintig jaar voorbij waren, moest de ridder naar de kapel van Heppeneert gaan. In die kapel had de kaartridder heel zijn leven iedere zaterdag een kaars gebrand en drie weesgegroeten gebeden voor Onze Lieve Vrouw. Na een half uur wachten, sprak de kaartridder geërgerd: "Hoe is het? Als ik hier nog lang moet wachten, dan ga ik terug vanwaar ik gekomen ben!" Daarop antwoordde de duivel: "Als je die vrouw die achter op je paard zit, laat vertrekken, dan kom ik. Anders kan ik niet komen". De kaartridder zag echter niemand op zijn paard zitten. De ridder steeg af, bond zijn paard vast aan een boom en ging in de kapel Onze Lieve Vrouw op zijn blote knieën bedanken. Het geld dat de kaartridder van de duivel had gekregen, was veranderd in bladeren.

K. Abrahams, Leuven, 1986

3.1 Duivels

limburgs (eksel)

6.1 bis

fabulaat

Onze Lieve Vrouw    Onze Lieve Vrouw   

Eksel    Eksel   

Heppeneert    Heppeneert