Hoofdtekst
Pastoor contra heks.Oezen Arthur heeft nog betoverd geweest, ‘k hê mijn moeder dat altoos horen zeggen.Ie hâ nen harden buik en w’hân daar al de paster bijg’haald en ie was bij’kommen en ie hâ zijne stool aangedaan en ie hâ gelezen en sentewater geworpen.En was moesten da wiegsken altoos verversen: ’t was altoos vul zwarte mieren. En mijn moeder wist wel van wiens werk dat dat was.
Beschrijving
Een vrouw die een harde buik had, liet de pastoor komen. De geestelijke trok zijn stola aan en besprenkelde het huis met wijwater. In het huis gebeurden namelijk vreemde dingen. Het wiegje van het kind zat altijd vol zwarte mieren.
Bron
R. De Geeter, Gent, 1952
Commentaar
2.1 Heksen
oost-vlaams (zuiden)
147
Moeder van de informant
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Louise-Marie