Hoofdtekst
M’hên toch benauw geweest, sè! ’t Was daar olle navende ne groten hond die mee ’n belle an zijn nekke lanst d’huzen liep ’s navens. En niemand dorste buitenkijken, en blaffen da dien’ hond deê.
Beschrijving
In Heule liep iedere avond een grote blaffende hond met een bel rond zijn nek langs de huizen. Niemand durfde nog naar buiten te kijken uit angst voor het dier.
Bron
G. Speecke, Leuven, 1959
Commentaar
1.5 Plaaggeesten
west-vlaams (menen en omstreken)
92
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Heule   
Plaats van Handelen
Heule