Hoofdtekst
Ze had ook nog een ander metske (= meisje) betoverd en dat zij(n) joste (= eerste) kindsje had ene scheve kop wei 't geboren jonde (werd). Ja, ich heb het de pastoor dek (= dikwijls) horen zeggen, dat vroeger veel kwaad bestond. De pastoor zei dat ze de mach(t) had.
Onderwerp
SINSAG 0580 - Andere Hexenkünste   
Beschrijving
Een heks had een zwanger meisje betoverd. Toen het kindje geboren werd, bleek het een scheef hoofdje te hebben. De pastoor beweerde dat een heks tot dergelijk kwaad in staat was.
Bron
M. Dreezen, Leuven, 1967
Commentaar
2.1 Heksen
limburgs (tongeren en omstreken)
640
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Neerrepen