Hoofdtekst
Ewel ’t woondige daar ne Versluys, maar ’t was Nand zijn vaders vadre. En da was op den Doorn in Kleit dat hij woondige en hij heet de witte wagen of den hellewagen nog weten rollen. En ost (als) hij van Maldegem kwame aan de Jonge Jansdreve ’t lag daar een tonne. Hij gingt er rond maar kwamt er nie aan en ‘t ’s anderendaags gingt hij were en zijn trappen stonden er nog, alzo een soorte van aalkuipe was datte, was verdwenen.
Onderwerp
SINSAG 0478 - Andere Erlebnisse; unbeschreibbare Spukerscheinungen.   
Beschrijving
Op de Doorn in Kleit woonde een man die de witte wagen of de hellewagen had zien rollen. Toen die man terugkwam van Maldegem, zag hij bij de Jonge Jansdreef een ton liggen. De man liep rond de ton heen, maar raakte ze niet aan. Toen de man de volgende dag opnieuw op diezelfde plaats kwam, was de ton verdwenen, en waren de voetstappen nog ongeschonden.
Bron
O. Mattheeuws, Leuven, s.d.
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
west-vlaams (grens oost- en zeeuws-vlaanderen)
202
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Maldegem   
Plaats van Handelen
Kleit   
Maldegem   
Doorn (Kleit)