Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

RCELI0047_0047_460 - Bespiede auwelkes blazen man oog uit

Een sage (mondeling), 1954

Hoofdtekst

De auwelkes die zaten in de grond. Dat was op het molenveld. Dat waren zo klein mennekes. Overdag zaagt ge die niet. Als ge daar een ton lieved zette om te wassen met een kom soep of ne ketel pap erbij, dan deden die dat. Als er maar eten bij stond, dan was het 's morgens gedaan. Maar ene had zich een gat gemaakt in de zolder. 'Ik moet dat zien', zei hij. Hij keek, en toen zegt een van die auwelkes zo: 'Blaas die lamp eens uit.' En ze bliezen hem de ogen uit de kop. Oh die deden van alles: als er een groot stuk mest moest gebreid worden, dan was het 's morgens gedaan. Maar het was vies volk. Met het avondluien zijn die vertrokken.

Onderwerp

SINSAG 0063 - Die hilfsbereiten Zwerge arbeiten in der Nacht für die Menschen für Nahrungsmittel (Tabak, Geld)    SINSAG 0063 - Die hilfsbereiten Zwerge arbeiten in der Nacht für die Menschen für Nahrungsmittel (Tabak, Geld)   

SINSAG 0065 - Zwerge wollen nicht belauert werden    SINSAG 0065 - Zwerge wollen nicht belauert werden   

Beschrijving

De alvermannetjes verscholen zich onder de grond dicht bij het molenveld. 's Nachts deden de alvermannetjes het werk van de mensen. Zo deden ze vaak de was of bemestten ze het veld in ruil voor een kom soep of pap. Op een nacht had een nieuwsgierige man echter een gat gemaakt in de vloer van de zolder om de alvermannetjes te bespieden. Daarop sprak één van de dwergjes: "Blaas die lamp eens uit!", waarop een ander het oog van de man uitblies.
De alvermannetjes zijn verdwenen sinds men besloten heeft om de kerkklokken 's avonds te luiden.

Bron

R. Celis, Leuven, 1954

Commentaar

1.2 Aardgeesten
limburgs (bree en omstreken)
Bespiede auwelkes blazen man oog uit: variant (Opitter)
fabulaat

Naam Locatie in Tekst

Opitter    Opitter