Hoofdtekst
’t Gebeurde dat een vrouwmens entwien kwaad deed en de karn niet liet afgaan. Ze moesten ton messen en fersetten in de karn steken en karnen. De deze die het deed verkeren, kwam ton uit de keern en ze was vol bloed. Maar ze mochten ze verder geen kwaad doen.
Beschrijving
Soms zorgde een vrouw ervoor dat men op een boerderij geen boter meer kon karnen. Men moest dan messen en vorken in de melk leggen, waarna de schuldige helemaal bebloed uit het botervat zou komen. Men mocht de schuldige verder geen kwaad doen.
Bron
W. Van Houcke, Leuven, 1970
Commentaar
2.1 Heksen
west-vlaams (houtland)
386
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Veldegem