Hoofdtekst
Pokus Trijn (Catharina Meesters) vertelde ook altijd van de weerwolf. Ze ging op een avond uit haar oud lemen huiske kolen halen in de stal. En ze grabbelde met haar handen in een kolenhoop maar voelde een harenvel. En ze wilde op enen anderen hoek gaan maar overal woor het vel. Zij schreeuwde op haren man en die komt bij en die steekt een stekske aan en toen zagen ze het vel wegvallen. En de man pakt de riek om in de weerwolf te steken en toen woor het vel, de weerwolf weg.
Beschrijving
Toen Trijn P. 's avonds steenkool ging halen in de stal, voelde ze iets harigs in haar handen. Verschrikt riep de vrouw haar man, die de stal met een lucifer kwam verlichten. Op dat moment liep de weerwolf snel weg.
Bron
W. Jackers, Leuven, 1958
Commentaar
1.6 Weerwolven
limburgs (bilzen)
527
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Trijn P.   
Naam Locatie in Tekst
Hoelbeek