Hoofdtekst
X Zeg, vroeger waren er mensen in Veerle waar ge ooit van horen zeggen hebt of zo, dat ze zeiden dat dat heksen waren ?6 A Ja dat is nog geweest.X Wie zoal en wat vertelden ze dan daarover ?6 Ja, dan hadden ze tegenslag in de stal met de dieren en zo, hé en die kwam daar dan, en dat was dan gewoonlijk een uit de geburen, hé, die in de geburen woonde, en dan legden ze heiligdom zeiden ze, maar dat ken ik ook niet hoor, heiligdom.. .Waar ze dat haalden dat weet ik niet, ook zo zeker op bedevaart of zoiets. En dan legden ze dat onder de deur. En dan konden die daar niet binnen, hé. Die was altijd genegen als die daar kwam van in de stal te gaan, hé. En die beesten werden ziek, of allee daar stierf één of zo, en zo werd dat dan gezegd. Want dat was dinge...Fien van Toke, die dat zei, Marie. Fien, de moeder nog van Jan Van Rooy, en daar heb ik altijd mee kaart gepeeld, en die kon daarvan uitleggen, en die altijd : « Ja » zei ze , en dan lachten we daarmee, ik geloofde daar ook niet aan. En dan lachten ze daarmee, hé. Dan zei ze : « Ja, ge had het moeten meemaken zoals ik, dan zou ge er wel aan geloven » zei ze dan, hé.X En wat had die dan meegemaakt ?6 Ja dat haar beesten ziek of één kapot gegaan was of zoiets, hé. Ge weet wel. En die woonde daar in de geburen, hé. En dat was een heks, ocharme, een oude sukkel. Vuil, slordig zo...Ge weet wel. Nochtans die had kinderen want ik geloof dat er daar nog wel van leven, hé Marie, denkt ge het niet ?( Marie de schoondochter van 6 zegt dat ze niet aan het gesprek deelneemt)X (tegen schoondoochter) Hebt gij Sitje van Kemmeke gekend ? Dat ze dat zeiden ? Die was getrouwd met een zus daarvan...Marie. De moeder van Swa Rens. Dat was daar een tante over dat weet ik, dat was dan een zoon zogezegd, hé. En dat was Fien waar wij mee kaartten, en die.. .zei dat dan,hé.X Maar wie die vrouw zelfwas waarvan ze dat zeiden... Wie dat was dat weet ge zelf nietmeer ?6 Die dat zei ?X Nee, die dan zogezegd die heks was ?6 Ja dat was.. Lien van Soewekes zeiden ze daartegen. Toen hadden ze toch allemaal zo een naam, hé. Ge weet wel ,hé. Dat weet ik niet wat dan eigenlijk haar naam was.
Beschrijving
Als de mensen ongeluk hadden met de dieren in hun stal, dan verdachten ze vaak een buurvrouw ervan het kwaad te hebben veroorzaakt. De mensen legden dan een heiligdom onder hun deur, waardoor de heks niet meer kon binnenkomen.
Bron
A. Helsen, Leuven, 2001
Commentaar
2.1 Heksen
antwerps (veerle)
6A
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Veerle