Hoofdtekst
E metske woende bê heur âvers en liep alle dôge nor Hasselt beje. Ze stak biltjes van Scherpenheuvel in heur bed omdat ze zee dasse behekst wor. Ze zee ooch dasse nô Schaffe wou gôn om heur te lôte euverleze. Heure pâ zee: 'Ich zal oech euverleze bê ne knuppel.' en ze wor geneze.
Beschrijving
Een meisje ging elke dag naar Hasselt om te bidden. Het meisje had ook bidprentjes van Scherpenheuvel in haar bed gelegd omdat ze geloofde dat ze behekst was. Toen het meisje zei dat ze bereid was om zich in Schaffen te laten overlezen, sprak haar vader: "Ik zal je eens overlezen met een knuppel!" Daarop was het meisje ogenblikkelijk genezen.
Bron
M. Hermans, Leuven, 1966
Commentaar
2.1 Heksen
limburgs (herk-de-stad)
478
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Lummen   
Plaats van Handelen
Hasselt   
Scherpenheuvel