Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

CDEWI0507_0507_32234

Een sage (mondeling), donderdag 16 april 1998

Hoofdtekst

Z -Jamaar dat was die vent zijn hennen kloktegen (kakelden) en de hennen kloktegen ‘t meest van hulder en zeggen twee jonge gasten he d’er zit daar toch niets in als ... steekt ze erin ze zullen niet meer klokken en een henne die kloktegen hij steekt ze in de oven en ... zegt hij, komt er maar uit zegt hij, vaneigens ze waren meestal allemaal dood hé.(mijn vader lacht)I -Wat was dat juist?II - hij ôt (had) ze in zijn broodoven gestoken23 -Waar dat ze bakte(ge)n, gebakken die oven had 200 graden warmte hé en als ... ôn (hadden) ze hem gezegd dat hij er subiet zijn hennen moest insteken dat ze niet meer zouden geklokt hebben en hij ôt (had) dat gedaan en op den duur ging hij kijken hé en ze waren allemaal dood hé.I -Oh!23 -Tuurlijk.II -Was dat diezelfde die die egge moest dragen?23 -Nee nee, die kon niet meer ...maar op hetzelfde hof he.II Maar die egge dragen waaraf (waarom moest dat gevangen worden met die egge en al.I -Ja, hier is dat precies anders dan op de andere gemeenten. En van nen weerwolf hebt ge nooit niet gehoord van als ze zijn vel in den oven staken of zo.23 Z -Ah, dat heb ik horen zeggen, een weerwolf als ze hem konden bij zijn kodde (staart) pakken, moesten ze hem uit zijn vel schudden.24 -Kijk ze zijn hier nu met zijn tweeën! Die smeerlappen ze wonen zij hier ze!(Buiten kwamen er net twee eksters in de tuin zitten, en onze informanten waren bang dat ze de jonge kuikentjes, die op het punt stonden uit het ei te komen, zouden stelen)24 -Ah twee eksters en we hebben hier nog van ze leven geen eksters gezien en nu al acht dagen dat we dat zien.23 -Ja, maar naaste (volgende) week krijg ik kiekens.24 -Ja, hij is schou (bang) dat ze zijn kiekens zouden pakken.II -Kleine kiekskes.24 -We hebben er nog geen, maar naaste (volgende) week zullen we er hebben.II -Ze zouden d’er mee weg zijn ze de die!24 -Ja, jaos!I -En wat was dat van dat vel en zo?23 -Awel,als ge kon van die weerwolven hé, hoorde ik zeggen ze kwamen af he en als ge kon, moest ge ze uit hun vel schudden. En ze hadden een keer een uit zijn vel geschud en ze waren bezig met de oven te heten (op te stoken) en ze gingen het erin steken, maar hij was daar hé, die het zijne was hé en zo schone spreken, ge moogt het niet doen zegt hij, ik ben d’er maar een jaar meer bij en ze hebben het hem weergegeven hij kan schoon spreken ik ben er maar een jaar meer bij.II -Zijn contract was uit. (lachend)I -En ze hebben toen zijn vel niet in de oven gestoken?23 -Ah, nee ze hadden het er niet ingestoken, maar wat er mee gebeurd is weet ik niet ze, was hij dood of?I -Maar vantijds (soms) vertellen ze als ze dat vel in de oven steken, ze vinden dat in een boom of zo hé dat ze dat verstopt hebben hé en ze steken dat dan in de oven en die van wie dat het zijn vel is die ziet dan wreed (erg) af en dat die dan soms sterven ook.24 -Ja?23 -Ja, ja maar dat is, ze zijn d’er van dood! Maar die ik heb hier ook horen zeggen allemaal van mijn moeder ...Want ge kon ze moeilijk pakken hé , ze waren rap, want als ge moest enen zijn kodde (staart) pakken en hem uit zijn vel schudden, maar ge moest rap zijn.I En wie heeft u dat verhaal verteld van die mens van zijn vel daar.23 -Mijn moeder heb ik het horen zeggen, maar ja dat kan ook een verhaal zijn...II -hij kan het ook gehoord hebben van een ander.-Ah ja, dat wierd gezegd hé. Maar in onze tijd bestond dat al niet meer. Dat heb ik horen zeggen van mijn moeder.

Beschrijving

Als men een weerwolf bij zijn staart kon grijpen, dan kon men zijn vel bemachtigen en hem ontmaskeren.

Bron

C. De Winne, Leuven, 1999

Commentaar

1.6 Weerwolven
oost-vlaams (groot-zottegem)
23Z
fabulaat

Naam Locatie in Tekst

Sint-Goriks-Oudenhove    Sint-Goriks-Oudenhove