Hoofdtekst
Bize geesten, die draaiden rond vroeger. De kleermaker van Oreye kwam 's avonds thuis. Doa ging e schaap neven hem op. Dat was ene boze gees(t), die leidde de minse de afgrond in of de mergelput in. Het ging altijd voor hem op.
Beschrijving
Wanneer de kleermaker van Oreye 's avonds naar huis kwam, liep er altijd een schaap met hem mee. Het schaap probeerde de man altijd in een afgrond of in een mergelput te leiden.
Bron
M. Dreezen, Leuven, 1967
Commentaar
1.5 Plaaggeesten
limburgs (tongeren en omstreken)
243
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Vechmaal   
Plaats van Handelen
Oreye