Hoofdtekst
Aan 't kapelleken op de draai, doa stond vroeger ene put in den tijd van Napoleon. Doa was ene van Henis, die had ene van 't leger, - ene wa het geld met hem had voor 't eten van de soldaten te bezoregen - in de put gegooid en hem het geld afgenomen. 's Anderendaags vonden ze gee(n) geld mee(r), de soldaten dan; en dien ene lag dood in de put, mè ze wisten dat nie! En die van Henis had een nieuw wenning (= oude hoeve) opgezatte (= opgezet) met dat geld; mè dat he(ef)t hem gee(n) geluk gebrach(t) want dat was ook bespook(t) wee wal! Doa waren altijd bees(t)en kapot. Het höudkusse (= hoofdkussen) lag nooit stil, dat wemelde altijd. Om twalef uren moes(t) zje op, zje kon nie liggen in die kamerkens. En dat waaide alted door dat huis; doa waren alted doi (= dode) bees(t)en en zo van alles, wee wal! Ze hadden gee(n) geluk en ze zijn zo arem as een luis gestoreven.
Onderwerp
SINSAG 0434 - Toter kommt wieder, um sich zu rächen.   
Beschrijving
Een man uit Henis had een soldaat uit het leger van Napoleon overvallen en het lichaam in de put bij de bocht aan het kapelletje gegooid. De soldaat had geld bij zich om eten te kopen voor de soldaten. De dief had met het geld een nieuwe hoeve gebouwd. In die hoeve spookte het echter; het hoofdkussen lag nooit stil op het bed, en om middernacht begon het zo hevig te waaien dat de man moest opstaan. Ook stierven er veel dieren.
Bron
M. Dreezen, Leuven, 1967
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
limburgs (tongeren en omstreken)
480
In de periode van Napoleon, aldus de informant
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Napoleon   
Naam Locatie in Tekst
Henis   
Plaats van Handelen
Henis