Hoofdtekst
Albert: Nooit, ik heb daar nooit in geloofd! Maar mijn grootvader die kwam 's nacht naar huis van in de gilde iets te gaan drinken, en toen kwam hem iemand achterna. Hij raprap binnen, maar toen sloeg er iemand op de deur, en 's anderendaags stond er een verbrande hand in de deur. Maar dat was zo: er waren twee mannen verloren gelopen, en toen was er een boortoren en die hadden smeerhanden en die klopten op die deur en daarom stond er een zwarte hand op. Maar hij dacht dus dat het een heks was. Als ik daar nu zelf aan geloofd had eh, dan had ik nog wel meer verhalen geweten, maar ja... Als ik daarna dat vrouwke nog tegenkwam van wie ik die koeken gekregen had, dan moest ik die weggooien van thuis, ik mocht dat niet aannemen.Marcel: Hoe heette dat vrouwke met haar koeken dan?Albert: Martine Gijbels was dat. Die woonde alleen, die was niet getrouwd. Dat was gemakkelijk, dan hadt ge rap de naam van heks te spelen eh.
Onderwerp
SINSAG 0580 - Andere Hexenkünste   
Beschrijving
De familie G. liet het wasgoed altijd bleken op een kleine weide naast het huis. Op een dag kwam Trui V.G. langs en zei dat het wasgoed mooi schoon was. Toen de familie die avond het wasgoed wilde binnenhalen, zaten er wel vijftig padden op. Ze waren ervan overtuigd dat de heks daarvoor had gezorgd.
Bron
T. Daniëls, Leuven, 1965
Commentaar
2.1 Heksen
limburgs (weert en omstreken)
memoraat
Naam Overig in Tekst
Trui V.G.   
Naam Locatie in Tekst
Weert