Hoofdtekst
’t Stoend dor èn hofsteê up de Westhoek in Zunnebeke. De koeien hangden oltemets met ulder steert an de bolken ’s nuchtens en de leersen stoenden met de voet omhoge. En bij nachte de buzen, wor dat ’t water deure moste van de stollen, ruttelden en ze makten ze vaste met ketens. En toen mosten ze bij nachte upston om dat los te doen want heel ’t gebouw krakte. Z’èn zieder dor moeten verhuzen. En o ze wegreên met de wagens, ’t woren ol gaais die boven ulder vlogen. En z’èn toen dat hof ofgetrokken en’t e nooit meer upgetimmerd geweest.
Onderwerp
SINSAG 0478 - Andere Erlebnisse; unbeschreibbare Spukerscheinungen.   
Beschrijving
Op een boerderij op de Westhoek in Zonnebeke werden de koeien 's nachts altijd met hun staart aan de balken vastgebonden. De laarzen stonden met de voet omhoog. 's Nachts hoorde men de afvoerpijpen voor het water van de stallen altijd rammelen. Uiteindelijk zijn de bewoners van die boerderij moeten verhuizen. Wanneer ze wegreden met hun wagens, vlogen er allemaal gaaien boven hun hoofd. Men heeft de boerderij afgebroken.
Bron
S. Top, Leuven, 1964
Commentaar
1.5 Plaaggeesten
west-vlaams (vrijbos)
148E
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Staden   
Plaats van Handelen
Westhoek (Zonnebeke)   
Zonnebeke