Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

KERAR0213_0214_16792 - De bende Pollet

Een sage (mondeling), 1966

Hoofdtekst

In Sebastepol hebben ze gekomen. ’t Was daar politie in barakken. Ze moesten vertellen van de politie hetgeen dat ze gedaan hadden. Ze mieken daar malkander uit. Ze hebben ook geweest aan de zwarte molen, een beetje over Belle. Abel liep tussen twee gendarmes en één bachten hem. Er kwam daar een boertje binst dat ze zochten achter een revolver dat ze in de haag weggedoken hadden. Ze wilden in België geraken om uit de handen van de franse politie te zijn, maar de franse politie liet ze niet gaan. ’t Was daar een oud boertje en zegt hij: "Je hebt gij geweest in mijn huis”! "Ik heb bij julder binnen geweest”, zei Abel binst dat de gendarmes erbij waren, "je hebt chance dat je nog leeft”! Je wilde daar beginnen vechten. Je was er juist op uit om in België te geraken om uit de handen van de fransen te geraken. Ze hebben toen ermee weregekeerd langs Belle naar het prison. En de boerinne Eland uit Godewaersvelde stond ook op de boek om vermoord te zijn. Dat was een oude jonge dochter. Ze stond ook in de boek geschreven dat ze ook moest passeren. Het ging niet lang duren of ze was er ook aan. Mijn zuster Lena, die nu drie weken dood is, vertelde. Ze woonde zij op Godewaersvelde op een hofstede van Vanlerberghe’s. De mannen hadden juist koffie gedronken om toen te gaan werken op de velden. Dat was toen zulk een mode. Ze kwamen daar binnen met een stuk of vier, vijf achter mekaar: Abel en Gust en nog ander. Waren die Poperingnaars daarbij, ik weet het niet. De boerinne zegt: "Gaat ge een teug koffie drinken”? "Neen, Madame”, zeggen ze, "we hebben geen goesting op koffie”! Zo, ’t was Abel die ze moest vermoorden, ’t was alzo geregeld onder hen. "Een teug bier”? vroeg ze. "Dat zouden we kunnen”, zeiden ze. Zo, ze ging naar de kelder met haar grote pint om bier te halen. Zegt ze: "Ik ga ze content maken dat ik ze gauw kwijt zijn”! Maar ze liet het niet zien, ze had koud bloed. Als ze in de kelder was, zei ze: "Maar Abel, ik ben zo blij als ik mensen zie van Haezebrouck en als ge passeert moet ge altijd binnen komen, ik ga u een goed teugje bier geven. Je moet hier niemand vrezen, ik ben ook van Haezebrouck”! ’t Was niet voor ’t een of ’t ander, Abel kon ze niet vermoorden. Dat zijn mijn zusters woorden, de boerin had het zelf gezegd tegen haar. Ze bedankten en Gust keek alzo in Abel’s ogen, ze klapten met malkaar met het hoofd en de ogen, maar Abel kon niet. Anders was ze vermoord. Mijn zuster was bezig met eten te maken in ’t zwijnekot, een plaats apart, daar moest ze eraan. Ze gingen de boerin vermoorden en dan bij haar binnenspringen en ze gingen ze ook dood doen. ’t Mocht niemand blijven leven op d’hofstee, om hun passage niet te laten zien. En van daar door de stikken (akkers) weg. Ze zeien dat ze blauwers waren, maar het waren grote moordenaars. Die boerin wist dat al, het had gebeurd in Haezebrouck. Er heeft een boer gestraft geweest die zei: "Gij hebt mijn beuter en mijn vlees gehaald uit mijn kelder”! Ze hebben kunnen afliegen dat zij het niet waren, dat ze geen dieven waren, dat ze blauwers waren. Ja, dien boer heeft gestraft geweest. Ze hebben dan gepakt geweest. Dat was door het wijf van Gust die ze gemoest (verraden) heeft. Ze had benauwd gekregen. Abel had al een keer gezeid: "Me moeten de die dood doen, me gaan nog gemoest zijn ervan”! Ze heeft dat geroken en ze heeft het aangedragen aan de gendarmen. Ze hebben toen de boek gevonden waarin dat er stond overal waardat ze nog moesten moorden. Ze wisten alzo alles. Ze hebben onthoofd geweest. Ze hebben de guillottine gepasseerd. Abel heeft gesnakt om eruit. Zijn hoofd is afgesneden juist onder zijn kin. Hij heeft gesnakt om zijn hoofd eruit. Hij miek er niet van voor de dood maar hij had verdriet voor zijn kind. ’t Was in Béthune. Hij wilde geen geestelijken kennen. Hij is in de verdommenisse. Die geestelijken refuseert, refuseert God. Ze waren pertank (nochtans) met Onzen here bij hem om te biechten, maar je wilde dat niet aanvaarden. Op een hofstee waar Abel zelf poester (stalknecht) geweest had brak hij in, maar hij kon de maarte geen meester. Zij was een kloek vrouwmens. Je sloeg ze ’t hoofd in met een stoofdeksel. Je sloeg voor dood. Dat was al de kanten van Strazele. Je moest het hebben. Ze hadden hun studie erop gedaan.

Onderwerp

SINSAG 1320 - Andere Räubergeschichten.    SINSAG 1320 - Andere Räubergeschichten.   

Beschrijving

De bende van Pollet werd opgepakt in Frankrijk. De rovers hadden geprobeerd naar België te vluchten om aan de Franse politie te ontkomen, maar dat was hen niet gelukt. Toen de bendeleider bij de zwarte molen in de buurt van Belle werd geflankeerd door politieagenten, riep een boertje: "Jij hebt bij mij ingebroken!" De bendeleider gaf het toe en zei: "Je hebt geluk dat je nog leeft!"
Een ongetrouwde boerin uit Godewaersvelde stond ook op de lijst van de rovers. Als men de bende niet tijdig had kunnen oprollen, zou die vrouw ook vermoord zijn geweest. Op een dag was de vrouw alleen thuis omdat de mannen net koffie hadden gedronken en daarna waren vertrokken naar het veld. Toen de rovers binnenkwamen, vroeg de vrouw: "Komen jullie ook koffie drinken?", waarop één van de rovers antwoordde: "Neen, we hebben geen zin in koffie?" "Willen jullie dan bier?" vroeg de vrouw. De bendeleider, die de vrouw moest vermoorden, zei: "Ja, dat willen we wel". Toen de vrouw in de kelder was, zei ze: "Ik ben zo blij dat er eens iemand van Hazebroek op bezoek komt. Ik zal jullie eens lekker bier geven. Jullie hoeven hier voor niemand bang te zijn, ik ben zelf ook van Hazebroek". De bendeleider kon het niet over zijn hart krijgen die vrouw te vermoorden. Toen hij vertrok, keek de boerin hem recht in de ogen. Ze was immers ook van Hazebroek en wist maar al te goed wie er voor haar neus stond.
Een boer die de rovers ervan had beschuldigd zijn boter en vlees te hebben gestolen, werd in het ongelijk gesteld omdat de rovers goed konden liegen.
In de buurt van Strazele pleegde de bende een inbraak in een boerderij waar de bendeleider ooit zelf als knecht had gewerkt. De rovers konden de meid echter niet de baas.
Uiteindelijk heeft de vrouw van één van de rovers de bende aangegeven bij de politie. De agenten hebben dan het boek gevonden waarin alle namen stonden van mensen die nog vermoord moesten worden. De rovers werden onthoofd in Béthune. Omdat hij zijn kind niet in de steek wilde laten, heeft de bendeleider met zijn hoofd in de guillotine nog gesmeekt om genade. De rover wilde geen geestelijke zien en is daarom verdoemd, want wie een geestelijke weigert te zien, weigert God te zien.

Bron

K. Erard, Leuven, 1966

Commentaar

4. Historische sagen
west-vlaams (ieper)
48
fabulaat

Naam Overig in Tekst

Pollet (bende van)    Pollet (bende van)   

bende van Pollet    bende van Pollet   

Naam Locatie in Tekst

Vlamertinge    Vlamertinge   

Plaats van Handelen

Godewaersvelde    Godewaersvelde   

Frankrijk    Frankrijk   

Béthune    Béthune   

Strazele    Strazele   

België    België   

Hazebroek    Hazebroek   

Belle    Belle