Hoofdtekst
‘k Heb nog gehoord van aan ’t kerkhof datter daar altijd een grote gedaante was en hoe dichter dat je kwam hoe groter dat ’t wierd. En dat waren mensen die achter gebeden vroegen.
Beschrijving
Bij het kerkhof kon men vaak een grote gedaante zien. Hoe dichter men kwam, hoe groter de gedaante werd. Dat waren mensen die gebeden vroegen.
Bron
J. Aspeslagh, Leuven, 1958
Commentaar
1.2 Aardgeesten
west-vlaams (kamerlingsambacht)
38
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Oostende