Hoofdtekst
Ze waren zieder met vier man: Priem, Cools, Casier, Haverbeke. Den dien leeft nog. Ze gingen hier en daar gaan stelen bij de boeren. Ze gingen alzo ook ne keer, maar de boer was verwittigd. ’t Vrouwvolk waar dat ze bij zaten had ’t uitgelangd. De gendarmes staken ulder weg. Z’hadden ze naar ’t hof gebracht in een voer strooi. D’andere passeerden eerst voorbij de koeistal waar dat ze zaten. Z’hebben ze gemittraileerd. Haverbeke koste vluchten. Dat was in Koolskamp dat dat gebeurde. Ze zeien dat dat geld dat ze stalen, dat dat voor de witte brigade was.
Onderwerp
SINSAG 1320 - Andere Räubergeschichten.   
Beschrijving
De bende van Priem-Haverbeke werd verraden door een vrouw die had gehoord hoe de rovers plannen maakten voor een inbraak op een boerderij in Koolskamp. De politie verborg zich in de stal van de boerderij en schoot de rovers neer. Enkel Haverbeke kon ontsnappen.
De bendeleden beweerden dat het gestolen geld voor de witte brigade bestemd was.
De bendeleden beweerden dat het gestolen geld voor de witte brigade bestemd was.
Bron
W. Van Houcke, Leuven, 1970
Commentaar
4. Historische sagen
west-vlaams (houtland)
779
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Priem-Haverbeke (bende van)   
witte brigade (?)   
bende van Priem-Haverbeke   
Naam Locatie in Tekst
Torhout