Hoofdtekst
Bij vaders moeders zuster, ’t kwam daar olsan nen hond ip de vette liggen. Zeggen ze: "Zou je durven tegen dien’ hond klappen?" "Bah ja’k", zei vaders moeders zuster. Ze ging der naartoe. "Zij je van God, klapt, zij je van den duvele, ga voort." En ie trok zijn’ steert in en ie was weg.
Beschrijving
Een vrouw sprak tot een hond die altijd bij haar in de weide lag: "Ben je van God, spreek dan. Ben je van de duivel, vertrek dan". Daarop trok de hond zijn staart in en liep weg.
Bron
G. Speecke, Leuven, 1959
Commentaar
1.5 Plaaggeesten
west-vlaams (menen en omstreken)
91
Tante van de vader van de informant
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Harelbeke